Het Khao Yai National Park is het oudste Nationale Park van Thailand en geliefd bij locals als reizigers. Toch lopen veel reizigers met de vraag of ze het park nu wel of niet moeten bezoeken tijdens hun reis door het land. OmniTraveler geeft antwoorden op de meest prangende vragen.
Is het Khao Yai National Park de moeite van een bezoek waard?
Aangezien het Khao Yai National Park gemakkelijk bereikbaar vanuit Bangkok (daarover verderop meer) en een fijne natuurretraite is, zeker in vergelijk met het hectische Bangkok. Feitelijk heeft dit park alles wat je zoek als je aan natuur denkt. Goede wandelpade, bergen spectaculaire watervallen en dan ook zijn er ook nog eens een flink aantal dieren in het wild te spotten. Om die redenen is het Khao Yai National Park een van de meest bezochte nationale parken in het land.
OmniTraveler bezocht het park in 2018 voor het laatst en besloot ter stond er een tweede dag aan toe te voegen. Dat zegt waarschijnlijk ook wel iets.
Waar staat Khao Yai National Park bekend om?
Het park schijntt een van de grootste populaties neushoornvogels in Thailand te hebben. Schijnt zetten we erbij. Niet dat we het niet geloven, maar zelf zagen we er in twee dagen nul. Ook de vermaarde roodstaartroodborstjes waarover sommige websites en reisgidsen reppen, zijn waarschijnlijk enkel te zien als je een goede verrekijker/telelens bij je hebt en geoefend vogelaar bent. Wellicht hebben we de kleine vogeltjes wel gezien, maar waren we niet op de hoogte van hun zeldzaamheid elders in het land.
Zijn er tijgers te zien?
Ah ja, de tijgers. Een verhaal dat het tijdens Full Moon parties op de Thaise eilanden altijd goed doet. Laat je echter niets wijs maken. Er zijn al meer dan twintig jaar geen tijgers gezien in het park.
Wonen er krokodillen in het park?
In 2017 werden er twee krokodillen gezien in het park. Sterker nog in datzelfde jaar werd zelfs een Franse toerist door een van het tweetal gebeten. Lees hier het verhaal in de Nation, de Engelstalige Thaise krant. Of ze anno nu nog in het park verblijven, is onduidelijk.
Zie ik olifanten in Khao Yai National Park?
Khao Yai National Park heeft – naar verluidt de grootste populatie wilde olifanten. De kans dat je er een tegenkomt is aanwezig, bedenk echter wel, dat olifanten schuwe beesten zijn en dat het park niet minder dan 2168 vierkante kilometer groot is. Wees dus niet teleurgesteld als je onverhoopt deze grijze loebassen toch niet ziet tijdens je bezoek.
Verder zul je – soms bijna tot vervelens toe apen en herten zien.
Wat is de beste tijd om het park te bezoeken?
De beste tijd om het park te bezoeken is tussen november en februari. Ben je de hete klamme stad beu? Over het algemeen is het in het nationale park sowieso een paar graden koeler dan Bangkok. Wil je de watervallen op hun best zien? Ga dan in het regenseizoen, dat loopt van mei tot en met oktober.
Welke waterval moet ik bezoeken?
Je kunt natuurlijk niet dit park bezoeken, zonder naar Haew Suwat te zijn geweest. Mensen die ‘The Beach’ hebben gelezen of de film hebben gezien weten direct waar we het over hebben. Dit is de plek waar Leonardo DiCaprio – Richard in de flim/het boek – naar beneden sprong. Niet alleen om te zien omdat de film/het boek zo met de backpack-cultuur in Thailand is verweven, maar zeker ook vanwege het feit dat het een bijzonder mooie plek is in het park.
Onze persoonlijke favoriet is Heo Narok. Voor de oplettende lezer, heo betekent waterval. Na een pittige klim/daling via eindeloos veel trappen, wordt je verfrissend natgespetterd door het water dat met grote kracht naar beneden dendert.
Is het geschikt voor kinderen?
Wij namen onze dochter (2010) mee, die genoot twee dagen aan een stuk van de watervallen, de vlinders en de apen. De (korte) trekking vond ze minder amusant, maar dat kwam vooral door de bloedzuigers die haar te grazen wilden nemen. Kortom, wat ons betreft; neem je kinderen (zeker) mee.
Hoe kom je er en waar verblijf je?
OmniTraveler reed met een huurauto drie weken door noordelijk Thailand en deed op deze trip ook het Nationaal Park aan. Vanuit Bangkok rijden (mini)bussen naar Pak Chong, dit stadje is de toegangspoort tot het park.
Wij kozen er voor om een hotelletje in Pak Chong te nemen – daar zijn er meer dan genoeg van – maar het is ook mogelijk in het park zelf te overnachten. De kans om – zeker voor en na sluitingstijd van het park – oog in oog te staan met wilde dieren, is hierdoor een stuk groter.
Tip: Plan wat je wil zien
We zeiden het eerder, het park is groot. Heel groot. Het is ondoenlijk om op een dag alle hoeken van het park te zien. Hou er rekening mee dat de bus vanuit Bangkok niet voor de deur stotpt en dat het informatiegebouw nog een flink eind van de entree van het park vandaan ligt. Eigen vervoer is eigenlijk wel een must. Dat kan een huurauto zijn of een scooter. Verder is op pad gaan met een van de rangers (reserveren via het informatiecentrum) een aanrader. Eenmaal in Pak Chong bieden verschillende guesthouses ook tourtjes aan naar het park. Misschien niet voor iedere individuele reiziger aantrekkelijk, maar in dit geval wel zo gemakkelijk.
Wat vond OmniTraveler van Khao Yai National Park
In de twee dagen dat we park bezochten, genoten we vooral van de weidsheid, de groene natuur en de vele apen. Op sommige plekken in het park leek het of we helemaal alleen waren. De watervallen zijn fantastisch en ook de korte hike – inclusief bloedzuigers – was (toch) een toffe ervaring. Wij zijn fan en als het programma bij een volgend bezoek aan Thailand het toelaat, zullen we zeker nog eens terugkeren naarKhao Yai National Park.
Meer informatie:
Voor updates en actuele openingstijden- en prijzen voor het Nationale Park verwijzen we je graag naar de website van het park
- Check de officiële website, echter is deze enkel in het Thai (maar Google translate doet wonderen)
- Of deze website die wel in het Engels beschikbaar is
