Gyeongju per fiets ontdekt
Gyeongju de voormalige hoofdstad van de Koreaanse Silla-dynastie is een van de minder bekende bestemmingen in Zuid-Korea. Voor een citytrip vanuit de hoofdstad Seoul maak ik me op voor een eeuwenoude geschiedenis en UNESCO Werelderfgoed, lekker eten en een stevige fietstocht.
Gyeongju: Bestemming bereikt
Een schel geluid galmt door de expres bus. Mijn buurman schrikt wakker, grijpt naar zijn telefoon en brengt het alarm tot bedaren. Rruim drie-en-een-half uur geleden, bij het instappen in metropool Seoul, vroeg ik hem met handen en voeten, aangezien de Engelse taal, ook onder de jongere generatie, geen gemeengoed is; “is dit de bus naar Gyeongju?”
Nu hij uit dromenland is teruggekeerd, herhaal ik voor alle zekerheid nog eens, met een kleine twijfel in de stem; ‘Gyeongju?’ Met zijn hand woelt hij door zijn warrig geworden haar en knikt instemmend. Niet veel later staan ik en mijn kleine rugzak op de tegels van de Gyeong ju Express Bus Terminal. Bestemming bereikt. Door naar fase twee van het plan; een fiets huren.
Met mandje
Langs de doorgaande weg, slenter ik langs de wereldberoemde koffieketen Starbucks, ruik de geur van hamburgers en friet van een filiaal van McDonalds, ik hou even halt bij Paris Baguette om er een broodje in te slaan voor de lunch en ga een 7-Eleven mini-supermarkt binnen en koop een blikje drinken. Het meisje achter de kassa vraagt me in gebrekkig Engels;”Where are you from?”. Dé openingszin om haar te vragen waar ik een fiets kan bemachtigen.
Niet geheel zeker of we elkaar goed begrepen hebben, volg ik de weg tot aan een groot rood bord met daarop een scooter afgebeeld. Niet precies wat ik zoek, maar toch stap ik binnen en roep voorzichtig,
”Annyeonghaseyo,” waarbij ik de laatste o door het vertrek laat galmen. Een stem reageert op mijn roep en ik ga er gemakshalve vanuit dat hij zegt dat hij er zo aankomt, maar eerst even iets af moet maken. Vijf minuten verstrijken, tien ook. Op het moment dat ik opnieuw wil roepen verschijnt er een oudere man gehuld in een overall vol smeervlekken voor me. Een episode van het spel Hints verder sta ik in het zonlicht met aan mijn hand een fiets. Geen grote, maar ik heb een fiets, mét een mandje.
Daar gaan we dan
Eerst een beetje wiebelig, maar na elke meter met meer zelfvertrouwen, verzamelen de rommelig ogende gebouwen met schreeuwerige uithangborden vol witte Hangul tekens zich op het netvlies. Af en toe is er een woord te lezen, meestal het woord Motel. Daar zijn er genoeg van in deze stad.
De geur van kimchi, verse noedels en andere Koreaanse gerechten waarvan me de naam onbekend is, dwarrelen vanuit de kleine eetzaakjes langs de stoep het reukorgaan binnen. Een wirwar aan kabels bungelt boven de weg, ronde zwarte bloempotten zijn gevuld met rode bloeiende planten sieren de kant van de weg. Net als een gele bus, schiet ik in de rem omdat een volgeladen pickup truck, uit het niets naar rechts zwiept. In gedachte dank ik even de Nederlandse infrastructuur en geef ik een driewerf hoera voor onze fietspaden.
Gyeongju: Tumuli en observatoria
In het hart van Gyeongju, zet ik mijn stalen ros vlak bij de ingang van het ommuurde tumulipark op slot. “Op deze plek zijn niet minder dan 23 graven van vooraanstaande vorsten en hun familie uit de Shilla dynastie te vinden,” klinkt het bij het betreden van het terrein vol groene grashevels warempel in het Nederlands. “Op het eerste gezicht lijken het geen graven, omdat ze een stuk subtieler zijn, dan bijvoorbeeld de piramides in Egypte,” vervolgt de stem, “maar ze dienen wel hetzelfde doel. Om met eigen ogen te zien hoe zo’n tombe eruitziet vervolgen we onze weg naar het Cheonmachong graf.
De Nederlandse reizigers volgen hun reisleider en ik besluit hetzelfde te doen. Het is moeilijk voor te stellen dat deze constructie sinds de vijfde eeuw van onze jaartelling schatten als juwelen, wapens en ornamenten herbergt.
Een van ’s werelds oudste astronomische observatoria, lees ik in mijn reisgids. De Cheomseongdae, op loopafstand van het tumulipark, is gebouwd tussen 632 en 646. De ogenschijnlijk achteloos achtergelaten schoorsteen in een open veld is zo opgebouwd dat het de maanden, de dagen de maand en het aantal dagen per jaar weergeeft. Ook over de plek waar het ding staat, is over nagedacht. Naar het schijnt precies in lijn met de sterren. Zoek je nog een souvenir? In de winkelstraten van Gyeongju voert het iconische bouwwerk de boventoon. Het siert niet allen mokken en andere snuisterijen, maar prijkt ook veelvuldig op T-shirts, groot en klein.
Einde dag 1 in Gyeongju
Met een hoofd nog vol gedachten aan de tumuli en de Shilla vorsten, draaien de pedalen voor de laatste maal deze dag rond. Voordat ik bij mijn overnachtingsadres aanklop, lonkt het Gyeongju National Museum nog. Op het eerste gezicht niet heel erg indrukwekkend, op het tweede gezicht eigenlijk ook niet. Toch herbergt dit museum nationale schatten van ongekende waarde.
“De collectie van dit museum is vooral belangrijk omdat het het grote publiek, archeologen en historici in staat stelt de opkomst van de beschaving in Zuidoost-Korea te begrijpen,” legt mijn gastvrouw me uit, wanneer ik aangaf het museum maar zo zo te vinden. “Het museum bevat belangrijke stukken van ons nationaal cultureel erfgoed,” voegt ze er een beetje streng schotelt me tegelijkertijd een stenen kom voor. M’n opgetrokken wenkbrauw spreekt boekdelen. “Bibimbap,” volgt er als reactie. De bowl kleefrijst met groenten, ei en gochujang, een gefermenteerde peperpasta, smaakt voortreffelijk.
Geen bed…
“Er staat geen bed,” denk ik bij mezelf, maar zeg ik niet hardop tegen mijn gastvrouw die enthousiast de deur naar mijn slaapvertrek openzwaait. De woordencombinatie ‘moet je ook echt doen als je in Zuid-Korea bent’ en ‘een tikkeltje oncomfortabel’ klinken als een contradictie. Toch zijn beiden van kracht als het gaat om een overnachting in een hanok, een traditioneel Koreaans huis.
Waarom je zeker voor dit type accommodatie moet kiezen? Vanwege de fraaie architectuur. De gebouwen zijn gemaakt van veel hout en voorzien van een fraai tegeldak. Je waant je even terug in de tijd. En in mijn geval, vanwege mevrouw Lee, de eigenaresse van het huis. Dan het antwoord op de kwestie waarom je juist voor een regulier motel of hotel in de stad moet kiezen. In een hanok slaap je in een zogeheten ondol-kamer. Oftewel op een matrasje op de grond.
“En?” klinkt het hoopvol de volgende ochtend. “Goed geslapen?” Om het antwoord even te rekken en mezelf extra bedenktijd te geven roer ik, zonder oogcontact te maken met mijn mevrouw Lee, in mijn Miyeok Guk (zeewiersoep) het ontbijt van deze ochtend. “Heerlijk. Ik heb heerlijk geslapen,” zeg ik dan en schenk haar een glimlach. Dat is ook zo, maar mijn heupen zijn wel een beetje beurs geworden tijdens de nachtelijke uren op het vloeroppervlak.
Dag 2: Opnieuw op de pedalen in Gyeongju
“Veel plezier en goed opletten onderweg,” roept mijn aardige gastvrouw me moederlijk toe. Haar woorden worden overstemd door de ochtendspits van Gyeongju. De kleine fiets laat zich gedwee tussen de talloze auto’s laveren die de smalle rijbaan vullen. Een bus maakt een inhaalmanoeuvre en een scooterrijder foetert dat hij degene is die voorheeft en niet de taxichauffeur die zojuist snoeihard op rem getrapt heeft. Hoe verder van het centrum vandaan, hoe verder de hectiek afneemt.
De betonnen kantoren en winkelpanden maken plaats voor traditionele huizen. Van de Westerse ketens verdwijnt elk spoor. Zilverreigers stappen statig door de eindeloze rijstvelden. Een verkeersbord meldt dat de Seondeogyeowangneung Royal Tomb of Queen Seondeok linksaf is. Iets verderop de melding van Wonseongwangreung, eveneens een graftombe. Vandaag geen bezoek aan dit soort bezienswaardigheden, deze dag staat een bezoek aan UNESCO Werelderfgoed op het programma.
Zeg je Gyeongju, zeg je Bulguksa
“Annyeong,” klinkt een zachte stem. Onder de bloeiende bloesembomen, neem ik een slok uit de drinkfles, die mevrouw Lee eerder deze ochtend met thee gevuld heeft. Een klein vrouwtje wijst eerst naar links en vervolgens naar rechts en wacht nieuwsgierig mijn antwoord af, benieuwd waar deze Westerling met rood hoofd heen gaat. “Bulgksa,” antwoord ik. De dame in haar kleurige jurk steekt twee duimen op en stapt dan parmantig verder. “Good, good.”
Dit is het dan, het bijna 1.500 jaar oude Bulguksa tempelcomplex, gelegen op de hellingen van het Tohamsan gebergte, vermaard om het vroegste houtsnijwerk ter wereld en prijkend op de UNESCO Werelderfgoedlijst sinds het jaar 1995. De dubbele trap leidt naar de binnenkant van het tempelcomplex. De 33 treden symboliseren de 33 treden naar verlichting. Superlatieven en overtreffende trappen doen geen van allen recht aan de schoonheid van deze, met naaldbomen omringde, tempel. Elke centimeter is rijkelijk gedecoreerd en de ene nationale schat op het terrein is nog indrukwekkender dan de andere. Onder de kleurrijke dakconstructie met drakenkopversiering zet ik me neer en laat alle indrukken eens goed om me inwerken.
Vragen wat het mooiste is op het terrein, is hetzelfde als aan een moeder vragen welke van haar kinderen ze het meest lief heeft. Zijn het de gedecoreerde deurknoppen, het bont geschilderde houtwerk of de indrukwekkende Boeddhabeelden?
Zeker niet overslaan in Gyeongju: Seokguram grot
Stap voor stap, telkens een stukje hoger. Tree, naar tree, langs felgekleurde lantaarns. Steeds een beetje dichter bij de uitgehouwen grot, verscholen in de bergen die ik bedwing. Voor mijn voeten schieten brutale Koreaanse grondeekhoorns weg zodra ze merken dat ze eten krijgen. Zweetdruppels rollen over mijn gezicht. Op mijn rug vormt zich een kleine waterval.
Niet hijgen, is geen optie. Het is warm, maar gelukkig zorgen de bomen voor hard gewenste schaduw. Noem het een pelgrimage, maar het ruim drie kilometer lange wandelpad, geeft het gevoel een heuse verlichting tegemoet te gaan. De Seokguram grot is in de 8e eeuw uitgehouwen en bevat een van de meest monumentale standbeelden van Boeddha in de zogeheten bhumisparsha mudra positie.
Omringd door wachters en Boeddhistische goden, een sacraal licht boven het hoofd, het gezicht naar de zee. Maagdelijk wit. Sereen. Oog in oog met dit beeld, doet de adem stokken, de vermoeidheid van de klim terstond vergeten en de andere bezoekers om je heen vergeten. Geen idee hoe lang ik roerloos, bijna gehypnotiseerd, naar dit wereldwonder sta te kijken.
Een zacht tikje op de schouder brengt me terug naar het hier en nu. Ik maak plaats voor een schoolklas, gehuld in neon vestjes, die handje-in-handje onder begeleiding van de juf met een zonneklep in het zwarte haar, zich voor het immense beeld zetten. De lerares begint te vertellen. De kleintjes zijn muisstil en worden als het ware door de Boeddha de grot ingezogen om zo een te kunnen worden met het fraais om hen heen.
Inwendige mens
De bus die me bergafwaarts – terug naar mijn fiets – neemt, is nagenoeg leeg. Veel bezoekers kiezen voor de gemakkelijke weg heen en dalen over het pad af. Dalend dwalen mijn gedachten af. Denkend aan wat een bovenmenselijk karwei het moet zijn geweest om in de achtste eeuw de kolossale marmeren blokken de berg op te slepen. We praten hier namelijk wel over 740 meter boven zeeniveau en de weg waarover de bus nu rijdt, die was er niet. Enkel een smal bospad. Ongelofelijk.
De bus komt tot stilstand. Ondanks kimbap, een populaire Koreaanse snack bestaande uit gekookte rijst gerold in vellen zeewier, die ik gedurende de dag tot me nam, merk ik dat mijn maag knort. De inwendige mens is blijkbaar toe aan een maaltijd en wat rust. De busparkeerplaats fungeert naast souvenirwinkel, prullaria genoeg, ook als openluchtrestaurant. Bij een uitspanning met rode plastic kuipstoeltjes en een inklapbaar kampeertafeltje schuif ik aan.
Het enige leesbare woord aan de gevel is ‘coffee’. Van een menukaart ontbreekt elk spoor, maar de geuren uit de grote pan, waarachter een dame van middelbare leeftijd met een aangeslagen bril schuilgaat, ruiken goed. De vrouw maakt een drinkbeweging en wijst op de koelkast. ‘Regel het zelf maar even,’ lijkt ze te zeggen. Op mijn beurt mime ik dat ik wil eten. Ze lacht en krabbelt een bedrag op een stukje toiletpapier. Tien minuten later zit ik achter een dampend bord dak galbi, Koreaanse pittige geroerbakte kip.
Nieuw Gyeongju
Een groter contrast is bijna niet mogelijk, maar ook dit is Gyeongju. De pedalen draaien rond, de fiets raast over de weg. Af en toe zijn de bezienswaardigheden onderweg om een wenkbrauw, of beiden, te fronsen. Het Love Castle Museum, blijkt een soort permanente kama sutra beurs te zijn, maar dan met schattige animatiefiguren. Op het Gyeongju World Culture Expo Park leg ik mijn hoofd in mijn nek om de metershoge moderne toren, met daarin uitgehouwen de vorm van een tempel, te bewonderen.
De lange rijen, die vormen zich voor de ingang van het K-Pop museum en net op het moment dat ik me afvraag waarom zoveel passanten een knuffelbeer onder de arm hebben, passeer ik het Teddy Bear Museum. Dit alles is slechts een voorbode van wat er zich op en rond Bomum Lake afspeelt. Een toeristische wijk op pakweg 5 kilometer van het centrum van Gyeongju.
Mijn fiets gaat op slot en ik check in. Of ik een ondol kamer wil, vraagt de vriendelijke receptioniste. Mijn heupen besluiten van niet. Niet veel later slenter ik langs een steigerplaats voor elektrische bootjes in de vorm van een zwaan en een plek waar mini-scooters te huur zijn. Op het openlucht podium vindt een soundcheck plaats voor een live karaoke sessie die later op de avond plaats zal vinden. Door deze attracties snap ik dat de een hier ultiem vakantieplezier beleeft en de andere de plek tot aan het laatste bijzondere museum vergruist.
Westerlingen zie je er weinig, locals des te meer. Hedendaagse kunst kijken in het Sonje Museum, een demonstratie pottenbakken bijwonen of leren schieten, ik laat het allemaal aan me voorbijgaan. Bulgogi, Koreaans gemarineerd rundvlees, daar ben ik naar op zoek. Aan een tafel gevuld met Koreaans lekkers, verdeeld over talloze kleine bakjes, mijmer ik in mezelf dat een citytrip Gyeongju een uitstekend idee is gebleken.
Gyeongju praktisch:
Hoe er te komen:
Om Gyeongju te bezoek vlieg je eerst naar de hoofdstad van Zuid-Korea, Seoul. Vanuit Amsterdam doet Korean Air op dinsdag, donderdag en zondag rechtstreeks de bestemming aan. KLM vliegt 5 x per week naar Seoul. (niet op dinsdag en donderdag). De vliegtijd bedraagt 10.40 uur. Eenmaal op Zuid-Koreaanse bodem, heb je verschillende opties om naar Gyeongju te reizen. Wij kozen ervoor om de Expressbus vanuit het centrum van Seoul te nemen. Je reistijd zal ongeveer 3,5 tot 4 uur zijn.
Wil je sneller in de stad staan, kies dan voor de trein. De KTX, de hogesnelheidstrein brengt je in 2,5 uur van A naar B. Tenslotte is er de mogelijkheid een binnenlandse vlucht te nemen. De vluchten vertrekken echter niet van dezelfde luchthaven als waar de internationale vluchten aankomen en vertrekken. Bovendien heeft Gyeongju zelf geen luchthaven. Reken transfertijden dus bij de vluchttijden. Gemiddeld ben je als je voor dit type van vervoer kiest minimaal 4 uur onderweg.
Reispapieren:
Voor Zuid-Korea is geen visumplcht.
Fiets huren
Wij namen de fiets. Fietsen zijn op verschillende plaatsen in de stad, vooral nabij het bus- en treinstation, te huur. De uithangborden zijn misschien niet altijd in Westers schrift, maar een reeks geparkeerde exemplaren verraad doorgaans dat je aan het goede adres bent. Afhankelijk van de plek waar je arriveert, heb je bij de volgende adressen goede kans van slagen:
- Gyeongju Express Scooter & Bicycle Rental. Locatie: Express Terminal
- Cheonmachong Bicycle Rental. Locatie Daereungwon Parking Lot
- Yeokieon Bicycle. Locatie Gyeongju Station
- Bomun Bicycle Rental. Locatie Bomun Tourist Complex
Het lokale VVV kantoor voorziet je graag van een fietskaart. In totaal zijn er 6 fietsroutes uitgezet in de stad en omgeving.
Vervoer ter plaatse:
Vanuit het centrum van Gyeongju, het busstation en het station rijden lokale bussen naar onder andere het National Museum, de Bulguksa tempel en de Seokguram Grotto, Wil je een auto huren? Tegenover het treinstation zit een verhuurbedrijf. Vergeet dan voor vertrek niet een internationaal rijbewijs aan te vragen.
Korea specialisten
Wie Gyeongju liever niet op eigen gelegenheid bezoekt, boekt het beste een rondreis door Zuid-Korea. In vrijwel alle reisprogramma’s is de stad onderdeel van de reis. Specialist Korea Reizen maar ook Djoser en Pangea Travel bieden georganiseerde reizen aan. Individueel of met een groep.
Dit artikel schreef ik voor/verscheen eerder in Lonely Planet Magazine Nederland