Wie Anderlecht zegt, zegt….
Bij de gedachten aan Anderlecht valt direct het woord voetbal. Toch is de Brusselse gemeente meer dan deze voetbalploeg, sterker nog je zult versteld staan van de schoonheid van dit stukje België.
Anderlecht in den beginne
In de negentiende eeuw ging het economisch goed met Anderlecht. Industrialisatie bracht rijkdom. Rijkdom bracht een pracht aan architectuur. Eclectische burgerhuizen sieren de Paul Jansonlaan.
Dappere helden
De Anderlechtse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog worden herdacht op het Dapperheldenplein. Het plein doet verwoede pogingen te wedijveren met de Brusselse Grote Markt. Alle goede bedoelingen ten spijt, het mist charme en karakter van haar grote tegenhanger.
Meir van Anderlecht
In de Meirwijk domineren prachten van panden uit de jaren ’30, terwijl op statige Limbourglaan panden uit het Interbellum elkaar de loef af steken. Art Deco en modernisme wedijveren met elkaar en spelen een spel van ‘gezien worden’ met elkaar.
Groene long in dit gedeelte van Anderlecht, het Astridpark, dat ooit bij de opening in 1911 de naam Meirpark droeg. Nadat de voormalige Belgische koningin Astrid in 1935 bij een tragisch auto ongeluk om het leven komt, draagt het park haar naam. Het is een park in zogenaamde Engelse landschapsstijl en heerlijk om doorheen te wandelen. Ik was er tijdens een rustige dag in januari, maar ik kan me voorstellen dat het er ’s zomers barst van de mensen.
Toch wat voetbal dan
Aan de achterzijde van het Koningin Astridpark staat het Constant Vanden Stockstation waar, voluit geschreven, Royal Sporting Club Anderlecht haar thuisbasis heeft. Wist je dat het stadion al uit 1908 dateert?
Anderlecht als bedevaartsoort
Anderlecht een bedevaartsoort? Ja,serieus. De Sint-Guidokerk met de goed bewaarde crypte, het graf van heilige Guido – een local hero – zorgde vanaf de middeleeuwen voor massa’s gelovigen die de kerk bezochten. Hoezo dan? Nou, laat me je het verhaal van Guido vertellen; Guido een eenvoudige boerenzoon overleefde een hevige storm op de Zenne (wat op zich een tikje vreemd is, aangezien de Zenne een rivier van bescheiden omvang is – maar het gaat om het verhaal he) en zag dit als een teken van God. Hij ging zelf op bedevaart en mensen begonnen hem mirakels toe te schrijven. Bij zijn overlijden werd zijn graf een bedevaartsoort voor hen die op zoek zijn naar genezing voor afschuwelijke ziekten als bijvoorbeeld dysterie. Anderlecht voer er wel bij, de pelgrims brachten flink wat geld in het laatje.
Begijnen & Erasmus
Het begijnhof van Anderlecht is niet groot – slechts een paar huisjes – bovendien huist in het grootste gedeelte als sinds jaar en dag het Volkskundig Museum én in tegenstelling tot andere begijnhoven in België dien je voor een bezoek entréegeld te betalen. Voor dat geld krijg je echter wel toegang tot het nabij gelegen Erasmushuis.
De Prins van het Humanisme Erasmus bezocht zijn goede vriend regelmatig in het oudste Gotische huis van Brussel.
Kruidentuin in Anderlecht
Net achter het Erasmushuis, een beetje verscholen, ligt de kruidentuin van Anderlecht. Erasmus had een gezond stel hersenen, zijn gestel liet echter ten wensn over. Kruiden en geneeskrachtige planten uit de tuin hielpen hem zijn gezondheid op pijl te houden.
Biefstuk friet
Alsof Anderlecht nog niet genoeg te bieden heeft. Hier dan nog een redden: Frituur René. Een frietkot dat uitgroeide tot restaurant dat vermeld staat in de Michelin gids en Gastromania. Uiteraard kun je er ook terecht voor mosselen, ook met friet natuurlijk.
Anderlecht praktisch
Om ook eens door Anderlecht te dwalen, spring je simpelweg in de metro. Lijn 5 brengt je naar halte St.Guido. Om direct op de Paul Jansonlaan te belanden, verlaat je het metrostation via uitgang 1.
Eens of oneens? Dit stukje Brussel is de moeite van het ontdekken zeker waard! Wat vind jij?