Terwijl de wereld op slot zit, ontdekt OmniTraveler eigen provincie, Brabant. Dit keer een fietstocht door Oosterhout.
Amper een kilometer gereden, vraag ik me twee dingen af. Waarom wilde ik ook al weer naar Oosterhout? En waarom rij ik niet op een elektrische fiets? De wind die tussen Breda en mijn eindbestemming waait, doet mijn ogen tranen. Bij elke trap op de pedalen, voel ik het vocht in mijn ooghoeken prikken. Ik haal mijn neus op en troost mezelf met de gedachte dat ik op terugweg wind mee heb.
Ten oosten van ’t bos
Een online verkenning naar de naam Oosterhout, leert me de volgende oorsprong; ‘ten oosten van ’t hout of bos’. Genoeg bomen en bos op de route van Breda naar Oosterhout. Vanuit het centrum sta ik na pakweg tien minuten fietsen in het Cadettenkamp. Een pracht van een heide- en stuifzandgebied omzoomd met majestueus hoge eiken- en volle dennenbomen.
Het cadettenkamp, een plek waar de rekruten van de Koninklijke Militaire Academie uit Breda op oefening gingen, is slechts een onderdeel van het grotere gebied, de Teteringse Heide. Een stuk natuur dat op haar beurt weer haast naadloos overgaat in Oosterheide. Terwijl ik vredig door het gebied slinger, leert de website van Natuurmonumenten me dat dit landgoed een rijke oorlogshistorie kent. Het enige geroffel dat ik hoor als een lange bomenlaan passeer, is niet dat van het afvuren van kogels, maar een zwarte specht die zich hoog in de boom schuilt houdt.
Oud Oosterhout
Bij knooppunt 91 vervolg ik mijn weg naar knooppunt 2. Gedaan met de rust. De auto’s, aan mijn linkerkant, razen over de Bredaseweg, aan mijn rechterkant wordt mijn aandacht getrokken door een hek. De Brabantse rood-wit geblokte vlag wappert vrolijk heen en weer in de (stevige) wind. De vroege lentezon schittert op het bord dat de entree siert. Brabants Museum Oud Oosterhout.
Op het informatiebord waar normaliter de openingstijden zijn af te lezen, bieden personeel en vrijwilligers zich via een opgeplakt A4-tje excuses aan dat de poorten gesloten moeten blijven. De reden is ons alom bekend.
Het naastgelegen restaurant en de andere buren, Recreatieoord De Warande, stralen dezelfde leegheid uit als het museum. Ik sluit mijn ogen en waan mezelf toch even in het oude snoepwinkeltje op het terrein. Hoe ik mezelf, met mijn 1.68 m., toch gigantisch voel, wanneer ik door het miniatuurpark slenter en hoe ik een praatje maak met een kwieke pensionado die met hart en ziel over de geschiedenis van Oosterhout en omgeving vertelt.
📍 Museum Oud-Oosterhout, Bredaseweg 129, 4904 SB Oosterhout
De kroon op het bier
Inwendig slaak ik een kleine vloek als ik de Bredasebrug over het Wilhelminakanaal trotseer. De wind is niet bepaald gaan liggen, sinds ik uit Breda vertrok. Zelfs wanneer ik aan de andere zijde van de overspanning afdaal, wordt mijn harde werken niet beloont. Niets heerlijk naar beneden suizen, maar de voeten nog steeds op de pedalen om voorruit te komen.
Misschien is het maar goed dat ik niet zo hard ga, anders was ik wellicht het prachtige pand De Gecroonde Bel voorbij gesjeesd. Het jugendstil gebouw dat ooit dienst deed als een brouwerij is vandaag de dag in gebruik als bedrijfs- en kantoorruimte.
Mijn camera zoemt in op het tegeltableau waarop de gekroonde bel te zien is, als ik een zacht ‘joehoe’ hoor. In de seniorenflat tegenover de oude brouwerij staat een dame, haar grijze haar in een dot, op het balkon haar petunia’s water te geven. ‘Mooi he?’ zegt ze. ‘Het beste uitzicht van heel Oosterhout. Familie van me, heeft er tot aan de sluiting in 1927 nog gewerkt.’
Deze brouwerij mag dan al decennia geleden de deuren hebben gesloten, Oosterhout brouwt nog altijd. Fiets langs het Wilheminakanaal en breng een bezoek aan Brouwerij Bourgogne Kruis, dé plek om een Brabants tarwebier te proeven.
📍 Brouwerij Bourgogne Kruis, Wilhelminakanaal Zuid 104, 4903 RA Oosterhout
Oosterhoutse slotjes
Net buiten het winkelhart van Oosterhout trap ik langs de zogeheten Slotjes aan de Ridderstaat. Het verhaal gaat dat rond het jaar 1300 verschillende adellijke families zich in Oosterhout vestigden en deze kasteeltjes voor zichzelf lieten bouwen. Van alle panden die er tijdens die hoogtijdagen gebouwd werden, zijn er nu nog vijf te bewonderen. Vier daarvan aan de eerder genoemde Ridderstraat. En hoewel de bouwwerken in de negentiende eeuw her en der gemoderniseerd zijn, zijn ze nog altijd een lust voor het oog.
Slotje Brakestein, Spijtenburg, Limburg, Beveren en Borssele hebben allen een rijke geschiedenis.
Wat misschien nog wel mooier is, zijn de voormalige slottuinen, nu openbare parken. Een jochie van een jaar of drie, vier, klimt enthousiast op een betonnen object. ‘Niet doen joh, dat is kunst, komt er af,’ sist zijn oma, haar wijsvinger vermanend naar hem opstekend. Ik begrijp zijn verwarring, de felgekleurde betonnen kunstwerken, lijken soms verdacht veel op speeltoestellen.
Rijke Roomsche leven
Zoals in zoveel Brabantse steden ging in de negentiende eeuw het rijke roomsche leven ook aan Oosterhout niet voorbij. Sinds de komst van het protestantisme brokkelde het katholicisme af, maar vanaf de tweede helft herwonnen de katholieken terrein en lieten veel en grote kerken bouwen. Ze namen maatschappelijke functies op zich zoals de zorg voor zieken of het onderwijs. De kerk speelde opnieuw een overheersende rol, niet alleen in het het publieke- maar ook in het persoonlijke leven van veel katholieken.
Van buiten een kerk
Vanuit het Slotpark, via de Heuvel, sta ik in de Arendstraat voor iets dat op het eerste gezicht toch echt op een kerk lijkt, maar dat blijkt het niet (meer) te zijn. De Heilige Hartkerk in Oosterhout werd in 1881 in opdracht van de paters jezuïeten gebouwd. Een plek waar meer dan 500 Oosterhoutse elite wekelijks de dienst bijwoonden. Begin jaren zeventig van de twintigste eeuw besloot de gemeente de kerk af te breken. Dat stuitte echter op zoveel weerstand, dat men besloot de façade te laten staan. Op de plaats van het schip en het koor kwam een Binnenhofje, dat nu dienstdoet als gezellig winkelpleintje.
📍 Binnenhofje, 4901 JN Oosterhout
Napoleonskerk van Oosterhout
Hoe is het mogelijk dat een stad over zoveel mooie monumenten beschikt en het centrum laat domineren door een verschrikkelijk lelijk winkelcentrum? Pal achter deze – grotendeels – leegstaande puist fiets ik langs de Vredeskerk, de enige protestante kerk in het centrum van Oosterhout. Ten tijde van het getouwtrek om de kerkelijke macht, was het stuivertje wisselen tussen de katholieken en protestanten. De ene hield diensten in andermans kerk, de ander breekt het gebedshuis van de ander af. Lang verhaal kort, toen het katholicisme in Brabant aan aanhangers won, kregen de protestanten onder bewind van Lodewijk Napoleon Bonaparte, ter compensatie een nieuwe kerk, een Napoleonskerk.
📍 Vredeskerk, Rulstraat 6, 4901 LN Oosterhout
Net als in Breda
De gelijkenissen zie ik als geboren en getogen Bredanaar niet, toch gaat het verhaal dat men bij aanvang van de bouw van de Sint-Janskerk de Grote Kerk van Breda als voorbeeld nam. Ze begonnen goed, maar halverwege de klus bleek de ambitie toch iets te hoog gegrepen. De toren werd nimmer voltooid, voor de protestanten die een tijd lang de kerk als godshuis gebruikten, hoefde alle opsmuk niet. Met inmenging van architect Pierre Cuypers – ja die van Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam – kreeg de kerk zijn huidige gestalte.
Het is vrijdagochtend, een stelletje heeft bij een van de koffietentjes een latte to-go gehaald en loopt naar een bankje voor de monumentale kolos. De lucht is strakblauw, het is rustig op de Markt van Oosterhout. Zij doet haar ogen dicht en laat de wind met een pluk haar spelen, terwijl ze haar lippen aan de kartonnen beker zet. Hij checkt zijn mobiele telefoon, glimlacht en slaat zijn arm om haar heen. Wat een heerlijk begin van het weekend.
📍 Basiliek St. Jan de Doper, Markt 17, 4901 EP Oosterhout
Sint-Antoniuskerk
Waarom zou je je met het ontwerp van een kerk in Oosterhout bezighouden als dat er ook twee kunnen zijn? De Antonius van Paduakerk staat namelijk eveneens op het conto van de beroemde architect Pierre Cuypers, het zou een van zijn laatste ontwerpen voor zijn overlijden zijn. Geopend op 13 mei 1908 en op 31 december 2016 stopten de vieringen in de Sint Antoniuskerk en sloot de kerk haar deuren.
Eerlijkheid gebied me te zeggen, dat ik deze kerk niet met opzet in mijn route opgenomen heb. Vanuit het centrum ben ik onderweg naar de Norbertinessenpriorij Sint Catharinadal. De St.-Antoniuskerk ligt simpelweg, per toeval, op mijn route.
📍 Sint-Antoniuskerk, Sint Vincentiusstraat 113A, 4901 GJ Oosterhout
Wijn?
Tegenover de kerk wordt de weg geflankeerd door een hoge muur, zo ver het oog reikt. Vanaf de Abdis van Thornstraat sla ik de Zandheuvel op. De poort naar Onze Lieve Vrouwe Abdij is geopend. Ik twijfel. Zit ik hier goed? Mannen in oranje hesjes en dito broeken lopen af en aan. Een grote dieplader komt piepend achteruit gereden. ‘Mevrouwtje, wat doet u hier,’ klinkt het uit de mond van een van de bouwvakkers. ‘Ik kom voor de wijn van de zusters,’ antwoord ik enigszins onnozel. ‘Wijn?!’ en hij trekt een wenkbrauw op. ‘Dan moet u aan de overkant zijn, bij De Blauwe Camer,’ schiet zijn collega hem – en mij – te hulp.
Onze Lieve Vrouwe Abdij is tot eind 2021 gesloten wegens renovatie
De Blauwe Camer
Ik manoeuvreer mijn fiets tussen de werktuigen door terug naar de Zandheuvel, sla de hoek om naar de Kloosterdreef en heb de toegangspoort van het slotje De Blauwe Camer direct in het vizier.
‘In 1647 vestigden de zusters Norbertinessen van Sint Catharinadal zich in Oosterhout omdat ze om politieke redenen hun klooster in Breda moesten verlaten. Dankzij de bijzondere bescherming van de prinsen van Oranje kon dit convent als enig katholiek klooster in den lande tijdens de republiek blijven voortbestaan. De zusters vestigden zich in het rond 1270 gebouwde slotje De Blauwe Camer dat zij tot klooster lieten ombouwen.’ – Bron: Gemeente Oosterhout
Op het geluid van een paar kwetterende vogels na, is het oorverdovend stil op het terrein. Het kiezelpad kraakt onder mijn voeten en onder de banden van mijn fiets die ik aan de hand heb. Even krijg ik het gevoel dat het niet de bedoeling is dat ik hier rondloop. Aan mijn rechterkant vang ik een glimp op de wijnraken. Links zou dan ergens de winkel, in een verbouwde koeienstal, moeten zijn.
Wijn
De nonnen van de Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal in Oosterhout maken sinds een aantal jaren wijn. Op 29 mei 2018 werd de eerste wijn gebotteld en sindsdien zijn de flessen te koop in de Kloosterwinkel en het Wijnhuis op het landgoed.
Mijn fiets parkeer ik tegen een bakstenen muur en voorzichtig duw ik een poort die op een kier staat, verder open. De deuren van het restaurant staan open. Het ruikt er naar natte verf. Pardoes struikel ik over een losse balk net achter de opengesperde deuren. Verschrikt verschijnt er iemand van achter uit de zaak. ‘Pas op, de verf is nat,’ roept ze. ‘Daarom had ik die balk daar neer gelegd en zijn de deuren niet dicht. Normaal zijn deze op dit tijdstip gesloten, maar ik hoop dat ze op deze manier sneller drogen.’ Terwijl ze me uitleg geeft en spijtig moet mededelen dat er geen koffie of thee verkrijgbaar is, bukt ze zich en veegt met een veger en blik ronddwarrelende bladeren van de grond. Bijkomend nadeel van open deuren.
Bij de Kloosterwinkel aan de overzijde heb ik meer geluk. ‘Bent u wel geopend?’ vraag de man achter de kassa. ‘Jazeker, kom binnen.’ Amper een voet over de drempel gezet, voorziet de man me van een korte rondleiding door de winkel.
‘Ik kom eigenlijk voor de wijn,’ laat ik hem weten. ‘Is die er nog?’
In het najaar van 2020 leek het erop of de zusters met 20.000 flessen wijn zouden blijven zitten. KLM, die wijn normaliter op intercontinentale vluchten schenkt nam deze, in verband met de coronacrisis, niet meer af. Er werd een actie opgezet en de flessen vlogen over de (virtuele) toonbank. Sindsdien weten afnemers door heel Nederland de wijn van de zusterorde te vinden. Ik sla mijn handen wat betreft de rode en witte wijn op een leeg plek. Gelukkig is er nog wel rosé op voorraad.
📍 De Blauwe Camer, Kloosterdreef 3, 4901 PH Oosterhout
Abdijkaas
Vanuit de Kasteeldreef is een klein eindje fietsen naar mijn volgende bestemming aan de Hoogstraat. Bij een goed glas wijn, hoort een fijn stuk kaas en waar dat laatste beter in te slaan dan bij zuivelboerderij De Driehoek. De kaasmakers van deze boerderij maken onder andere abdijkaas op het terrein van de Sint Paulus Abdij in Oosterhout. De Benedictus roodflora kaas is zelfs winnaar van beste zachte kaas van Nederland.
‘Wow, dat ziet er goed uit,’ denk ik bij mezelf, zodra ik de winkel binnenstap. Op verschillende schappen liggen de kazen vol geduld te wachten op de kopers. Koelkasten zijn gevuld met vers vlees en in oude kratten staan diverse streekproducten. Ik zie saus van Dokter Worst uit Breda, meel van molen de Arend uit Terheijden en craft bier uit andere Brabantse steden. Terwijl ik me aan alle lokale producten sta te verlekkeren klinkt er vanachter de toonbank; ‘Kan ik u helpen?’ Op advies van de verkoopster luid ik straks bij thuiskomst het weekend in met een stuk kruidenkaas. Spoiler alert: en die is lekker!
📍 Zuivelboerderij De Driehoek, Hoogstraat 82-B, 4901 PK Oosterhout
Franse paters in Oosterhout
Zoals gezegd huist de zuivelboerderij op het terrein van de Sint Paulusabdij. Begin twintigste eeuw vestigden een Franse orde van de Benedictijnen zich in het Brabantse Oosterhout. Thans huist – sinds 2005 – de gemeenschap Chemin Neuf in het rijksmonument.
📍Sint Paulusabdij, Hoogstraat 80, 4901 PK Oosterhout
Ruïne van het kasteel van Strijen
Vlak voordat de Hoogstraat de A27 overspant, sla ik af naar de Leijsendwarsstraat. Deze rij ik af tot ik niet meer verder kan en bij het Milieu Educatief centrum en Kinderboerderij (MEK) Oosterhout op de Windvaan beland. Ook de Windvaan is een weg waar geen einde lijkt te komen. Alvorens ik mijn bestemming bereik, trap ik mijn trappers nog vele malen rond op de Weerdestein.
‘Die toren zou ik nu toch wel moeten zien,’ mompel ik in mezelf wanneer ik afsla naar de Hoofseweg. Daar verderop in een park, zie ik iets tussen de bomen. Zou dat zijn waar ik naar op zoek ben? De Slotbosse Toren, zoals de ruïne van het kasteel van Strijen ook wel wordt genoemd, steekt als grijze kolos schril af tegen de helderblauwe lucht. Ondanks het feit dat ik wist dat het voormalige kasteel gedurende de tachtigjarige oorlog vrijwel compleet verwoest werd, ben ik toch een klein beetje teleurgesteld. Er staat een hek omheen en de uitleg op het – beschadigde – bordje is summier. Wat niet wegneemt dat het wel bijzonder is dat de toren na al die eeuwen toch nog fier overeind staat.
📍 Ruïne van Strijen, Kasteeldreef 32, 4907 EA Oosterhout
Nog even door het centrum van Oosterhout
Vanaf de Hoofseweg trap ik via de Torenstraat, langs Theater de Bussel, terug naar de Markt. In het verlengde daarvan ligt de Klappeijstraat, hét uitgaansgebied Oosterhout. Bij Troost en Leut, een toffe koffie- en theespeciaalzaak in de Kerkstraat, trakteer ik mezelf op iets lekkers alvorens ik terug naar Breda fiets.
En hoewel ik als kind dikwijls met mijn moeder en oma op vrijdagavond (koopavond) in Oosterhout ging winkelen, kwamen we nooit verder dan de eerder door mij verfoeide Arendshof. Wie echter dit, intussen grotendeels leegstaande, winkelgebied vermijd, zal een een charmant Oosterhout ontdekken, vol historie en leuke speciaalzaken.
Oh, en vergeet ook zeker niet een bezoek te brengen aan het Museumkwartier, een plek waar in vroeger tijden veel kleine winkeltjes te vinden waren. Tegenwoordig zijn die vrijwel allemaal uit het straatbeeld verdwenen, maar gelukkig zijn sommige daarvan omgetoverd tot museum(pje). Bezoek (zodra het weer kan) eens het Speelgoed- en Carnavalsmuseum “Op Stelten”, het Bakkerij Museum Oosterhout of het fietsmuseum.
Vanuit Oosterhout terug naar Breda
De drukke Bredaseweg laat ik op de terugweg wederom zoveel mogelijk links liggen. Met wind in de rug, vlieg ik langs vakantiepark de Katjeskelder en over de Heistraat van knooppunt 91 richting 78. Via voormalig buurtschap Hoeveneind, aan de noordzijde van het dorp Teteringen, arriveer ik met volle snelheid in de Bredase wijk Hoge Vucht. Van hieruit kan ik, bij wijze van spreken, de toren van de Grote Kerk alweer aanraken. Ik ruik de stal, zet mijn versnelling in een hoger verzet en rij met een tevreden gezicht Breda binnen.
Oosterhout praktisch
- De knooppuntenroute die gereden is: Vanuit Breda via het Cadettenkamp naar knooppunt 34. Vervolgens 34 – 91 – 2. Na het bezoek aan Oosterhout gaat de terugweg terug naar knooppunt 91. 91 – 78 – 80 (- 81).
- Wil je meer natuur aan je route toevoegen? Fiets dan via Boswachterij Dorst, een uitgestrekt bosgebied dat zich bevindt tussen Rijen, Oosterhout, Teteringen en Dorst.
- Stap onderweg even van je fiets voor een fijne wandelroute over de Kalix Berna bij Oosterhout (2 km.).
- Het centrum van Breda en het hart van Oosterhout liggen hemelsbreed, pakweg 10 kilometer van elkaar vandaan. Ideaal voor een fietstocht tussen de twee steden en omgeving.
- Voor een lange(re) fietstocht vanuit Breda kies je voor de Baronie stad en land fietsroute
- 2021 is door de Provincie Noord-Brabant uitgeroepen tot het Brabants Kloosterjaar, de orde van de Norbertinessen werd 750 jaar geleden opgericht.
- Alles over toerisme (routes, eten, slapen, stappen en winkelen) in Oosterhout vind je op de website van Proefoosterhout.nl
- Eerst eten, is een gevleugelde uitspraak in Oosterhout. Hier lees je hoe dat – vermoedelijk – zo gekomen is.
Meer Nederland
- Wereldwandeling Utrecht, zo zag je de Domstad nog nooit
- NS-wandeling & OV-stapper, wandelen van station naar station
- Fietsroute Alphen | 42 kilometer fietsen op de grens van Brabant en België
Dit artikel is geschreven tijdens de coronacrisis, maar een fietstocht naar/door Oosterhout is sowieso een goed idee, ook als de wereld weer aan je voeten ligt.