Good Morning Centraal Vietnam!
Centraal Vietnam diende van 1954 tot 1975 als grensscheiding tussen de rivaliserende partijen in het Noorden en Zuiden van het land. De Ben Hai rivier als fysieke scheiding tussen de twee kampen. We bezoeken de voormalige DMZ (Demilitarised Zone). Daarnaast gaan we naar oude graven in Hue, relaxen we op fijne stranden, bezoeken charmant Hoi An en leren alles over het Cham-rijk in My Son waar we onze reis door het midden van het land afsluiten. Reis je mee?
Centraal Vietnam; net als in de film
Onbewust hoor ik Robin Williams het uiterste van zijn longen vergen en ‘Goodmorning Vietnam’ schreeuwen. Cliché? Ja, ik ben me ervan bewust, maar troost mezelf met de gedachte dat ik vast niet de enige ben. Wellicht komt het omdat deze gelijknamige film uit 1987 mijn eerste kennismaking met de Vietnamoorlog – of zoals ze hier zeggen American War – is. Vastberaden meer over deze zwarte pagina uit de geschiedenis te leren, staan mijn reisgenoot en ik met een groepje history buffs, (familie van) oud-veteranen en andere geïnteresseerden in Dong Ha, tijdens de oorlog de meest noordelijke stad van Zuid-Vietnam. De aan flarden geschoten kerk, drukt ons direct met de neuzen op de feiten.
Vietnamoorlog: Hoe zat het ook alweer?
De Verenigde Staten (actief in Zuid-Vietnam) zijn het niet eens met de Sovjet-Unie en China (die zich concentreren op Noord-Vietnam). Deze oorlog is een gevolg op de zogeheten ‘Franse Oorlog’. Frankrijk bezette (opnieuw) na WOII Indochina, iets waar onder andere Hồ Chí Minh een stokje voor wilde steken. Amerika steunt de ene partij, de Russen de andere. De rest is (droevige) geschiedenis.
Highway #1
Highway number 1 is de verbinding tussen Noord en Zuid en tijdens deze DMZ-tour onze leidraad. De bruggen bij Hien Luong – waar de scheiding, maar ook de hereniging plaatsvond – worden aan beide zijden van de rivier gesierd door herdenkingsmonumenten. “Is er iemand bang voor kleine ruimtes?” informeert de gids;” wie last heeft van claustrofobie adviseer ik buiten te blijven.” In Vinh Moc liggen de gelijknamige tunnels, gebouwd voor de lokale bevolking om in te schuilen. Niet minder dan 23 meter onder de grond is het – inderdaad – krap én donker. “Ongeveer 60 gezinnen woonden hier tijdens de Amerikaanse bombardementen. Het is eigenlijk een dorp diep in de aarde. Alles was hier aanwezig. Waterputten, een EHBO-post, een keuken,” vertelt te gids, terwijl we vooral proberen ons hoofd niet te stoten.
De Rock Pile die dienstdeed als uitkijkpost, Dak Rong brug, destijds toegangspoort tot de Hồ Chí Minh trail, het bloederige verleden van het Khe Sanh Combat Base. Kapotgeschoten helikopters, neergehaalde vliegtuigen, gebouwen vol kogelgaten maken de verhalen van onze bevlogen gids de geschiedenis van deze oorlog enorm tastbaar.
Centraal Vietnam: Keizerlijk Hue
Het strand van Thuan An Beach, net buiten de keizerlijke stad Hue, is een fijne plek om alle opgedane informatie tijdens de DMZ-tour een plekje te geven. Hoewel de idyllische baai aan niets van de oorlog herinnert, gonzen door onze hoofden nog altijd de verhalen.
Hue is eigenlijk altijd al het culturele, religieuze en educatieve centrum van Vietnam geweest. Helaas, duurde het tot in de jaren negentig van de vorige eeuw voordat de lokale overheid de waarde van de stad inzag en het verval hiervan een halt toeriep. Met succes. In 1993 werd Hue op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst.
De Citadel is zo’n plek die de oude keizerlijke dagen weergeeft. Vanuit het centrum van de stad trappen we op onze huurfietsen naar het verdedigingsbolwerk, gebouwd onder leiding van keizer Gia Long, stammend uit 1804. Het keizerlijke verblijf heeft vier toegangspoorten, maar hetgeen we al van veraf zien, is de enorme hoge (37 meter) vlaggenmast. De hoogste mast in het land is door de eeuwen heen, gebouwd, geknakt, heropgericht, verlengd, weggewaaid en in volle glorie hersteld.
Wat de tand des tijds en de turbulente tijden minder goed doorstaan heeft, is de Forbidden Purple City, waar de keizer, omringd door eunuchen, resideerde. Verwacht geen gepolijst paleis zoals de Verboden Stad in Beijing, maar het is fijn slenteren langs de kanonnen, aangelegde vijvers en overgebleven poorten.
De Thien Mu Pagada, een paar minuten fietsen, verderop langs de Parfum rivier, kent haar oorsprong in 1601. Over het 21 meter hoge achthoekige bouwwerk zijn talloze feitjes over de bouw en de religieuze functie op te lepelen. Een ding – eigenlijk twee – maakt echter het meest indruk op me; een oude auto en een foto die erachter hangt. Wat er mee is? De auto behoorde toe aan Thich Quang Duc, een boeddhistische monnik die ook op de foto te zien is. Omringd door vlammen. Vlammen! Zijn zelfverbranding in juni 1963 is een protest tegen het regime van de katholieke Ngo Dinh Diem in Zuid-Vietnam. Niet veel later zou deze politicus, als gevolg van aanhoudende protesten, aftreden.
Keizerlijke tombes, wie van de drie?
Eveneens aan de rivier liggen de keizerlijke tombes. Er zijn zeven graven in de omgeving van Hue. Van deze zeven graven zijn er drie aanmerkelijk populairder dan de rest, vanwege hun relatief goede staat en betere toegankelijkheid. Dit zijn de graven van Minh Mang, Tu Duc en Khai Dinh. De vier anderen van Gia Long, Thieu Tri, Duc Duc en Dong Khanh – zijn volgens de receptioniste van ons hotel, de moeite van het bezoek niet waard. “Tijd om meerdere locaties te bezoeken hebben we niet,” leggen we ongevraagd aan haar uit. “Welke zou jij aanraden?” Ze kijkt even schichtig opzij naar haar collega, maar die doet alsof hij heel druk met een voucherboekje in de weer is. “Tu Duc,” zegt ze dan. Tu Duc, gaat het worden. Hoewel de dame achter de receptie ons door haar weinig standvastige antwoord aan twijfelen brengt, blijkt haar advies perfect.
De bijzondere architectuur is mooi in harmonie met het omringende landschap. Het complex doet aan als een groot park. Onzes inziens is het Tu Duc Mausoleum misschien wel een van de mooiste architectonische werken uit de Nguyen-dynastie. Tegen sluitingstijd halen we de huurfietsen van het slot en rijden tevreden terug naar Hue.
Een beetje Frans
Dat Vietnam tot 1954 koloniaal bezit van Frankrijk was, zie je niet alleen aan de baguettes met vache qui rit bij het ontbijt terug. De Notre Dame in Hue zou zo in zeg maar een Franse plaats, bijvoorbeeld Toulouse kunnen staan. De dagen die we op het strand van Lang Co beach, ingeklemd tussen Hue en DaNang, doorbrengen doen ons soms aan een vakantie aan de Franse Riviera denken.
Centraal Vietnam: Door naar Da Nang
Is Da Nang nou wel of niet de moeite waard, daarover kibbelen we op weg naar Hoi An. Ja, de stad heeft een knalroze kathedraal en een kleine Cao Dai tempel, maar op de een of andere manier maakt het minder indruk dan op andere plekken in Vietnam, waar vergelijkbare bezienswaardigheden te vinden zijn. “Wat dacht je van de Drakenbrug?” oppert mijn reismaatje. “Beetje kitsch,” antwoord ik met een pruillip. “Cham Islands dan,” in nieuwe poging mij te overtuigen. “Mooi, maar is dat Da Nang?”
“De Marble Mountains….?” Niemand kan ontkennen dat de vijf bergen, elk vernoemd naar een van de vijf elementen, metaal, aarde, vuur, hout en water niet de moeite waard zijn. Het Mount Thuy viewpoint en verschillende grotten horen met recht in het top 3 lijstje van deze reis. Terwijl we op bijna 500 meter hoogte over de beroemde Hai Van Pass rijden, concludeer ik “Da Nang moet het simpelweg van de omgeving hebben.” De knipoog die ik terugkrijg, beschouw ik als een bevestiging.
Centraal Vietnam: Verrassend Hoi An
In tegenstelling tot Da Nang val ik als een blok voor Hoi An. Laten we eerlijk zijn, wat is er niet leuk aan dit stadje aan de rivier? Andere reizigers hoor ik zelfs het woord betoverend in de mond nemen. Diverse nationaliteiten slenteren door de schattige straatjes. Eigenlijk is dat nooit anders geweest. Eeuwen achtereen legden schepen van Chinezen, Japanners, Nederlanders, Spanjaarden, Indiërs, Filipino’s, Indonesiërs, Thai, Fransen, Engelsen en Amerikanen hier aan om zijde van hoge kwaliteit, specerijen, medicijnen, porselein en meer in te slaan.
We ontdekken tijdens ons verblijf dat achter elke hoek een authentiek winkeltje schuilgaat, er altijd een plek te vinden is waar families, generatie op generatie, de voorouders aanbidden. Staan we oog in oog met beeldige pagodes, wacht een kleine brug op ons om aan de overkant opnieuw verrast te worden met gezellige cafeetjes en dito restaurants. Of blijkt er een mogelijkheid om in de voormalige huizen van handelaars binnen te kijken, alsof je zo de 19e eeuw binnenstapt.
My Son, een vergeten koninkrijk
“Tussen de 4e en 13e eeuw was My Son, waar we vandaag zijn, de hoofdstad van het Champa (ook wel Cham genoemd) rijk. Een rijk/cultuur gebaseerd op Hindoeïsme,” begint de gids zijn verhaal. “De restanten van de tempels hier om ons heen zijn dan ook veelal gewijd aan Shiva, de beschermer van de heersers van dit rijk.” We leren dat er ongeveer 70 tempels staan, dat het koninkrijk tot zich lang tegen oprukkende Chinezen staande heeft gehouden, maar dat een Vietnamese keizer het volk uiteindelijk verjoeg. Het complex bleef verlaten tot Franse archeologen in 1898 de ruïnes ontdekten. Na het einde van de Vietnamoorlog restte er nog slechts 18 bouwwerken.
Eerder reisden we al naar Cambodja, Myanmar, Thailand en Indonesië, wie dat ook deed zal zonder enige twijfel vergelijkingen trekken met de tempels van Angkor Wat of sommige van de bouwwerken in Bagan, de overblijfselen in Ayuthaya of de Borobudur op Java, maar toch heeft de Champa cultuur en My Son in het bijzonder iets eigens.
Op een eeuwenoude steen zetten we ons neer. Op aanraden van een stel backpackers die we in Hue tegenkwamen, zijn we aan het eind van de dag naar deze site gegaan. Er loopt slechts een handvol bezoekers rond en onze gids is al terug naar de ingang gegaan. Omringd door groene natuur en een vergeten beschaving sluiten we onze reis door Centraal Vietnam af. Een betere plek hadden we daarvoor niet kunnen kiezen.
Centraal Vietnam praktisch
Alles wat je wil weten over de ligging, bereikbaarheid en het klimaat in Centraal Vietnam, lees je hier.
Ligging
Vietnam is gelegen aan de oostkant op het schiereiland van Indochina en heeft een oppervlakte van zo’n 331.000 vierkante kilometer. De afstand van Noord naar Zuid bedraagt 1800 kilometer en het land heeft een kustlijn van bijna 3300 kilometer. Vietnam grenst in het Noorden aan China en in het westen aan Laos en Cambodja.
Bereikbaarheid
Hanoi (in het Noorden) en Ho Chi Minh City (in het Zuiden) zijn gemakkelijk per vlucht vanuit Nederland of België te bereiken. Om in Centraal Vietnam te komen is er de mogelijk naar Danang of Hue te vliegen. Veel reizigers kiezen ervoor om van Noord naar Zuid af te zakken per bus of trein. Informeer ook eens bij je reisagent of touroperator naar de mogelijkheid naar auto met privéchauffeur.
Klimaat en beste reistijd voor Centraal Vietnam
Vietnam heeft een subtropisch klimaat, met een duidelijk droog en nat seizoen. Het regenseizoen loopt grofweg van mei tot oktober. De droge periode loopt grofweg van oktober tot april. De maanden februari tot mei zijn doorgaans het warmst.
Dit artikel schreef ik voor / verscheen eerder in Azië Magazine