Zoek
Sluit dit zoekvak.

Montego Bay verkennen met taxichauffeur Henry

Jamaica

Montego Bay, meer dan een wit strand

Montego Bay is naast Negril een bekende badplaats op Jamaica, maar nieuw verworven vriend Henry laat zien dat deze plaats nog meer in haar mars heeft.

Ja, Jamaica!

 In de Caraïbische Zee, liggen prachtige eilanden: fijne reisbestemmingen, met helder blauw water, aangename temperaturen en gastvrije bevolking. Het meest relaxte eiland in deze zee, is onbetwist Jamaica.

Jamaica-Montego-Bay

Met Henry op pad in Montego Bay

“Waar blijven jullie?”, vraagt Henri. Hij staat al met de autosleutels in zijn hand klaar om ons vandaag mee op pad te nemen. Als of het een limousine is, houdt hij galant het portier van zijn gammele auto voor me open. “Vandaag zal ik jullie eens wat leuke plekjes laten zien, hier in Montego Bay,” zegt hij met een tevreden gezicht. Na een paar kilometer heen en weer te zijn geschud in Henry’s bolide stoppen we abrupt. “Ik wilde er eerst aan voorbij rijden, maar toen dacht ik, jullie kennen dit vast niet, laat ik maar even remmen.”

Een veld vol gewassen; mais, palmboompjes, onkruid? Geen flauw idee wat het is. “Yaman, ik zal het je vertellen”, zegt Henry, zijn witte tanden bloot lachend. “Je weet echt niet wat het is he?” De kofferbak gaat open en onze vriendelijke Jamaicaan trekt er een machete uit.  Met het enorme kapmes loopt hij me voorbij, het veld op. Met een sierlijke zwaai, hakt hij een van de stengels af en breekt deze vervolgens op zijn knie door midden. “Hoofd in je nek en mond open.” Een heerlijk zoet sap, sijpelt op mijn tong. Het is suikerriet, dat hier op het eiland niet alleen gebruikt wordt om suiker van te maken, maar ook om er alcohol uit te winnen.

Suikerriet

Zoet en bitter

Terwijl we weer in de auto stappen, deelt Henri zijn verhaal over suikerriet met ons. Het sap mag dan zoet smaken, maar er is ook een bittere kant aan het verhaal. “Mijn voorouders waren in de 17e eeuw slaaf van de Europese kolonisten. De planters, de eigenaren van de plantages, werden zeer welvarend, maar mijn familie leefde onder erbarmelijke omstandigheden. Ze werkten lange dagen op de velden, waar alles met de hand gedaan werd.”, zucht hij. “Maar ’s nachts was er op zijn tijd toch wel eens feestje. Wij Jamaicanen, houden nu eenmaal van dansen, zingen en gezelligheid.”

Jamaicaanse gospel reggae klinkt door de krakerige autoradio, als we onze weg vervolgen. “Weet je wat het is? Mijn voorouders leefde in armoede, maar ze waren op hun manier gelukkig, ze hadden elkaar. De plantagebezitters leefde in weelde, maar hadden zij zo’n fijn leven hier?” mijmert onze vriend hardop. “Ik zou niet weg willen uit mijn eigen land, om ergens in een groot huis, met een ander klimaat, zonder mijn familie te moeten leven, met mensen om me heen, die een hekel aan me hebben.”

Voodoo Annie

Volgende stop: Rose Hall, een goed voorbeeld van hoe de plantage eigenaren destijds woonden. “Ik ga hier niet naar binnen!” zegt Henri. “Het spookt hier.”

Het huis behoorde ooit aan John Palmer, die het van zijn om geërfd had. De legende gaat dat hij trouwde met Annie, een jonge vrouw uit Engeland, opgegroeid in Haïti, waar ze voodoo praktijken leerde. Deze ‘witte heks van Rose Hall’, heeft een reeks moorden op haar naam staan. Niet alleen de dood van John Palmer, volgens de overleveringen zouden nog zeker twee echtgenoten door haar om het leven zijn omgebracht, evenals een groot aantal slaven.

“Door alles wat ze op haar kerfstok had, besloot een van onze dappere voorvaderen, dat het afgelopen moest zijn, met deze heks,” zegt Henri op mysterieuze toon. Takoo bljikt de held van dit verhaal te zijn. Annie werd verliefd op de man van Takoo’s kleindochter, ze sprak een voodoo spreuk over haar uit, waardoor de vrouw stierf. Voor zijn kleindochter en alle anderen die een dierbare verloren hadden, riep Takoo een zijn slaven vrienden bijeen, ze wurgde Annie en begroeven haar in het diepste gat dat men kon graven.

“Het huis heeft jaren leeggestaan, nieuwe eigenaren, stierven onder verdachte omstandigheden. s’ Nachts hoor je soms gegil en een vriend van me vertelde me dat hij ook wel eens voetstappen heeft gehoord, zonder iemand te zien.” Probeert onze vriendelijke local ons nu angst aan te jagen?

Montego Bay van bovenaf

Bij het oversteken van de spoorweg, hoeven we niet te wachten op een trein, maar op een stel geiten, die voor de auto lopen. De claxon doet het nog prima, niet alleen de geiten, maar ook wij schrikken ons een hoedje. Al slingerend kruipt Henry’s rammelkast zo’n 150 meter naar boven. Richmond Hill Inn is een voormalig landhuis uit de 18e eeuw, van een Schotse whiskyfamilie. “Dit is een hotel waar veel bekende mensen komen,” vertelt Henry met gepaste trots. “Om te beginnen Richard Nixon, wat dacht je daar van? En Roger Moore, Steve McQueen, Dustin Hoffman. Ook Paul Newman en Eddy Murphy hebben hier gelogeerd, daar sta je van te kijken he?”

Vanaf het terras hebben we goed uitzicht over de witte stranden van Montego Bay; Doctor’s Cave Beach en Cornwall Beach. Met een lokaal Red Stripe biertje in de hand, klinken we op deze gezellige dag.

Montego Bay van bovenaf

Goodbye Montego Bay

Bij terugkeer bij het hotel, treffen we Mrs. Lucile, de dame van de schoonmaak. “Jullie zijn met Henry op pad geweest, dan heb je vast een leuke dag gehad.” We vertellen haar enthousiast ons verhaal, hoe leuk het is, samen met de locals op pad te gaan. Spontaan nodigt ze ons uit, aanstaande zondag met haar en haar zoon mee naar de kerk te gaan. Helaas, moeten we haar lieve aanbod afslaan, we vliegen zaterdag terug naar Nederland.

Dit artikel verscheen eerder op / schreef ik voor Reisbijbel.nl 

Meer Jamaica

Onderwerpen

Meer reisinspiratie

Geef jouw reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *