Tijd voor Sichuan
De provincie Sichuan bereik ik na een nachtelijke rit vanuit Lanzhou. Een tocht van meer dan 1.000 kilometer per trein naar de hoofdstad van Sichuan, Chengdu. Hoewel het in 2003 was dat ik deze regio bezocht, bestaat het guesthouse waar ik overnachtte nog altijd. Sam’s Guesthouse is nog altijd up and running. Ik weet niet of het nog altijd het geval is, maar destijds maakte Sam deel uit van het Rongcheng Hotel, waar ik uiteindelijk een kamer neem, aangezien alle dormbedden bezet zijn.
Puin
In 2003 is de halve stad under construction. Blokken met oude woningen worden massaal afgebroken, het puin achter blauwe schotten verscholen. Mao staat echter nog fier overeind en zwaait vanaf het Tianfuplein de toeschouwers toe.
Sichuan: Panda’s galore
Op dag 62 staat in het teken van de zwart/witte schetige pandaberen in het Chengdu Research Base of Giant Panda Breeding, een van de highlights van Sichuan. Het centrum houdt zich bezig met de in stand houding van de dieren en tracht hiermee uitsterving te voorkomen.
Pandaberen slapen gemiddeld 20 tot 22 uur per dag, wil je ze nog enigszins actief zien doen, kom dan ’s morgens. Want in de ochtend worden de lifesize knuffels gevoerd. Een klein pluizig balletje is goed voor de nodige ohhhhs en aaaahs, deze jonge panda van slechts 10 maanden oud, is overduidelijk de favoriet van het publiek. Een pandafilm word bekeken, net als het pandamuseum en de panda souvenirwinkel. Kortom een heleboel informative over de panda. Een onbeantwoorde vraag is echter; Waar stamt de panda van af? Onderzoekers weten het niet. Verschillende theorieën geven geen uitsluitsel.
Als ik op slechts een paar centimeter afstand de reuzenpanda mag aanschouwen, doe ik toch een stapje terug. Wat een klauwen heeft dat beest en om over die tanden nog maar te zwijgen. Ineens ben ik meer fan van de rode panda, die me buiten guitig aanstaart.
Chengdu per fiets ontdekken
Langs de rivier, Mao en het River Looking Pavillon Park, slinger ik met mijn Chinese fietsje ’s middags door de stad en meng me onder de locals in het People’s Park.
Je hebt groot in Sichuan en je hebt ENORM groot
Je zit er even voor in de bus, maar dan heb je ook wat. Via het guesthouse heb ik een dagtocht naar de Leshan Giant Buddha geboekt. Het feit dat het 2,5 uur heen en dus ook terug is en ik ter plaatste ‘slechts’ een krappe vier uur de tijd heb, deert me niets. Ik wil dit machtige UNESCO erfgoed stuk niet aan me voorbij laten gaan.
De legende gaat dat op de plek waar de 71 meter hoge Buddha uit de rotsen is gehouwen, vroeger veel vissersboten verdwenen, de komst van het kollosale beeld moest dit voorkomen. En het heeft gewerkt. De een zegt dat Buddha nu over de mannen op het water waakt, een ander geeft aan dat door het uithakken stukken rots in het water zijn gevallen en hierdoor de gevaarlijke stroming uit de rivier is verdwenen. Hoe het ook zij, indrukwekkend is het sowieso.
Aan weerskanten van het beeld lopen trappen (227 treden – zo schreef ik in mijn dagboek op – geen idee of ik dat ergens las, of daadwerkelijk geteld heb) waardoor je oog in oor staat. Oog in oor, jazeker. Een flink aantal treden kijk je in oren van een slordige 7 meter lang, best wel imposant. Eenmaal aan de voet van het Buddha beeld voel je je pas echt klein en nietig.
Next stop: Yangtse cruise
Na een paar dagen in de stad Chengdu en omgeving rond te hebben gekeken, verruilde ik de stad voor een cruise. Een cruise over de Yangtse rivier wel te verstaan.
⇨ Lees ook: Langs de oevers van de Yangtze