Het reisleed dat een ongenode gast heet, daar gaat het dit keer over in de terugkerende rubriek over troubles on your trip. Man, wat kun je het soms slecht treffen.
Hebbes!
“Hebbes,” juich ik blij. “Zeker weten?” vraagt reisgenoot bedenkelijk. “Zeker weten,” antwoord triomfantelijk.
Ongenode gast
We liggen net op bed. “Wat hoor ik nou?” fluister ik. “Geen idee,” krijg ik als respons. Er ritselt iets over de houten hotelvloer. Ik knip het nachtlampje aan. Niets te zien. “Ik hoor het weer!” roep ik na een minuut of 10. “Ik hoor nu ook iets, er kruipt iets door de kamer…..” Dit vraagt om grover geschut. Op mijn blote voeten verlaat ik het bed op weg naar de schakelaar die de lamp aan het plafond doet oplichten. “Whaaaa, er kriebelt iets aan mijn voet,” schreeuw ik verschrikt. De grote TL-balk verlicht de kamer. Uit mijn ooghoek zie ik de boosdoener richting de badkamer rennen.
Met mijn teenslipper in de hand, open ik uiterst voorzichtig de deur, met in de achterhoede mijn reisgezelschap. Mijn arm gaat als vanzelf naar boven, klaar om een enorme mep te geven. “Nee, niet doen,” klinkt het belerend. “Dan krijg je er alleen nog maar meer (last van). Terwijl ik om me heen kijk, op zoek naar een ander wapen, laat ik het schoeisel zakken.
Weg
“Nu is ‘ie weg. Ik kan niet slapen als dat beest in de kamer rond rent,” pruil ik. Amper heb ik deze zin uitgesproken en daar verschijnt mijn vijand weer. Behendig sluit ik de indringer op in een glas, waar eerder nog onze tandenborstel vakantie in vierden. Ziezo opgelost!
Hoe sterk is een ongenode gast?
“Hoe sterk zijn kakkerlakken?” vraag ik, wanneer we terug in bed liggen.
“Volgens mij kruipt er namelijk een glas door de badkamer……”
➡️ Lees ook: Het reisleed dat reisgenoot heet
Deze column schreef ik voor/verscheen eerder Reisbizz magazine