Tibet. De ontoegankelijkheid. Het mysterieuze. De historie. De Mount Everest. Het fascineerde mij. Het fascineerde mij dusdanig dat ik in 2012, tijdens een gezinsvakantie naar China, perse ook naar Tibet wilde.
Per ‘hemeltrein’ naar Tibet
In eerste instantie wilde ik graag met de zogenoemde ‘Hemeltrein’. Een treinreis waarbij je vanuit diverse plekken in China richting het dak van de wereld kunt reizen. Zo bouw je een beetje hoogte op én je ziet ontzettend veel. Ik zag mezelf al helemaal zitten. Tussen de Chinezen, een paar dagen in de trein…kijkend naar elk schitterende uitzicht dat voorbij trekt. De reisorganisatie waar ik toen mijn reis boekte,raadde mij dat helaas af. Jammer maar begrijpelijk want Tibet in reizen doe je niet zomaar.
Tibet Permits
Voor elke locatie die je in Tibet bezoekt, heb je namelijk een permit nodig. Een permit dat je in China krijgt maar wel van tevoren, voor vertrek uit Nederland, moet aanvragen. Op het moment dat je ervoor kiest om per trein Tibet in te reizen, dan moet je ook echt met die trein én op die dag aankomen. In die tijd, in 2012 dus, gebeurde het nogal eens dat de Chinese overheid de plekken in de trein ‘opkocht’ en toeristen daardoor niet meer mee konden.
De toeristen konden dan omgeboekt worden naar een dag of een paar dagen later, maar dan zat je met je permit. Dat was dan niet meer geldig en dus had het geen zin om naar Tibet te reizen. Kortom: mijn idyllische gedachte om met de trein naar Tibet te reizen werd ‘m, om permit-technische reden gewoon niet. Er zat teveel risico aan en daar was de hele reis toch wel iets te kostbaar voor. We pakten dus het vliegtuig. Dat ging wel zo snel. Vanaf Sichuan-hoofdstad Chengdu waren we in twee uur in Lhasa.
Nog nooit eerder was ik op hoogte geweest. De Alpen, de Pyreneen…ik heb al wel iets van de wereld gezien maar bergen: nope! En daar stond ik dan. Op 3600 meter. In Lhasa. Een magisch gevoel overviel me en dat heeft mij nooit los gelaten. Wát is het hier anders. Je ademt niet alleen ijle lucht maar ook religie. De mensen, de kleding, de omgeving. Zó anders. Heb je de kans: ga naar Tibet! Ik geef je mijn persoonlijke drie highlights van dit stukje van China. Een stukje van China wat, als je het mij vraagt, eigenlijk niet bij China hoort.
Tibetaanse cultuur
Wanneer je in Tibet aankomt kun je er niet omheen. Hier draait alles om religie. Dat zie je, dat ruik je, dat proef je…Zijn het niet de gebedsmolens die je hoort ratelen of de mantra’s die je hoort dan zie je wel de pelgrims die de kora lopen om bijvoorbeeld de Jokhang Tempel of het beroemde Potala Paleis. Sommige doen dat zelfs in de vorm van prostraties: door te buigen, te knielen, languit te liggen en weer op te staan. En dit dan gedurende de gehele kora.
Barkhor Square in Lhasa is daarom voor mij absoluut een fascinerende plek. Hier kan ik gerust uren zitten en alleen maar kijken naar hoe men hier de religie ademt. De kleurrijke gewaden, de gebedsmolens maar toch ook die tegenstrijdigheid van de Chinese onderdrukking. Ook die voel je.
Chinese inmenging
Cultureel erfgoed waarvan nog maar een deel over is gebleven na Mao’s Culturele Revolutie. De Chinese inmenging heeft door de jaren heen bizarre vormen aangenomen en waar Lhasa in 2012 nog een rustige moderne opkomende stad was, was dat in 2018 (toen ik er voor het laatst was) een heel ander verhaal.
Moderne hotels, moderne gebouwen en overal (behalve in de oude binnenstad) merk je de Chinese hand in bouwstijl. Er zijn nu ook vrijwel overal controleposten, veel camera’s en beveiliging. Voor je het Barkhor Square opgaat moet mijn rugzak door de scan en moet ik mijn paspoort en permit laten zien.
Toen ik in 2012 voor het eerst het Potala Paleis bezocht, kregen wij na de rondleiding pas de Tibetaanse uitleg over het Paleis. In het paleis zelf bleken Chinese ‘spionnen’ te lopen die controleerde of de gidsen wel de juiste informatie aan ons gaven. Ook dit soort dingen maken onderdeel uit van de Tibetaanse cultuur vandaag de dag, die ondanks de Chinese onderdrukking, wat mij betreft nog fier overeind staat.
De weg naar Mount Everest
Minstens zo bijzonder als Mount Everest zelf, vind ik de weg naar Mount Everest toe. Je maakt kilometers door de Himalaya. Bezoekt ‘grotere steden’ als Shigatse en Gyantse. Achter elke bocht schuilt weer een prachtig uitzicht. De ene dag loop je door een straat bezaaid met yak-poep om vervolgens door de sneeuw je weg te vervolgen. De gebedsvlaggen die in grote getale de hoge bergpassen sieren. En het kan ook zomaar gebeuren dat je met pech langs de kant van een verlaten weg komt te staan. Ook dat is Tibet.
En wat gebeurd er dan? Dan wandel je met de chauffeur en gids naar een op het eerste gezicht verlaten huisje en kom je terug met een melkbus met water zodat de koelvloeistof kan worden bijgevuld. Zo simpel kan het zijn. We konden in ieder geval onze weg weer vervolgen. Je passeert kleine dorpjes met ontzettend eenvoudige huisjes, je ziet yaks overal, het ene meer is nog blauwer dan het andere…je lijkt zo ver van de bewoonde wereld vandaan maar tegelijkertijd besef je dat dit voor de Tibetanen hun gewone wereld is.
Geen paspoort
Ik neem elke kilometer die aan mij voorbij gaat in mij op. Ik geniet van de hoogte, de uitzichten, de religie en de verhalen en avonturen van de gids en de chauffeur. Verhalen over zussen die in India wonen en na de revolutie gevlucht zijn en nooit meer terug naar Tibet kunnen want dan worden ze opgepakt. Heftig. Onze gids zelf, die maar wat graag op bezoek gaat bij die zussen. Maar ze krijgt nooit een paspoort om te reizen. Het zijn verhalen die je meeneemt. En ze zeven jaar later nog vertelt.
Mount Everest
What can I say? Het dak van de wereld in optima forma. Tijdens onze reis bouwden we de hoogte langzaam op. Tot je na een paar dagen wist dat hij niet ver weg meer kon zijn: Mount Everest Basecamp. De plek van waar de expedities naar de top beginnen, aan de Tibetaanse kant. Bij elke kilometer die we dichterbij kwamen, nam de spanning toe. De rit er naar toe was al magisch geweest maar nu waren we er toch echt klaar voor om ‘m in levende lijven te zien. Ik vergeet niet snel dat moment. We reden een bochtje om en onze gids wees en wij riepen meteen ‘STOOOOP STOOOOOP!’
En stonden stil bij het moment. WOW! Nog ver weg, het was zelfs nog een paar uur rijden, maar we konden ‘m al zien. Als ik dit nu typ klinkt het misschien een beetje overdreven, maar het was voor ons letterlijk en figuurlijk echt een hoogtepunt van de reis. Vervolgens kwamen we dichterbij Rombuk, de plek waar we die nacht zouden overnachten en dat is niet ver van het basecamp vandaan.
Uitzicht
Dus dachten we dat je dan helemaal goed uitzicht zou hebben op dé berg. In de regel klopt dat ook. Alleen niet die dag. Het was bewolkt, dus we hebben de rest van de dag geen Mount Everest meer gezien. Ook dat kon gebeuren. Op het weer heb je nou eenmaal geen invloed. Maar toen we die nacht toevallig allemaal tegelijk wakker werden, en we spiekten even uit het raam, zagen we de top van de Mount Everest: verlicht door miljoenen sterren. Adembenemend.
Mooier kon het al bijna niet meer worden. Maar de volgende dag, bij daglicht, werd ons geduld beloond: Mount Everest tegen een strak blauwe hemel. Vol goede moed begonnen we, lopend en op 5,5e km hoogte, aan de laatste kilometers richting het basecamp. We genoten van iedere meter die ons, in de ijzige kou maar met een zonnetje op ons bol, richting het officiële basecamp bracht. Een reis, een avontuur om sowieso al nooit te vergeten maar die door het zien en voelen van Mount Everest basecamp echt een letterlijk hoogtepunt heeft gekregen.
Tibet en haar inwoners hebben mij betoverd!
➡️ Lees ook het verhaal van Bea’s bijzondere reis door Gansu, China’s onontdekte provincie
2 reacties
Jeetje, wát een prachtige foto’s en reis. Maar tegelijkertijd ook heel intens en confronterend. Het lijkt mij machtig mooi om eens te kunnen meemaken en zien, maar ik vermoed dat daar heel veel voorbereiding aan vooraf gaat. En met een klein meisje is dat nu nog niet heel handig.
Wat een prachtige reis moet dat zijn geweest. Mooi omschreven ook. Tibet staat bij mij ook nog hoog op mijn wishlist.