Brunei, heb je er al eens van gehoord. Brunei is dat stipje aan de Zuid-Chinese kust dat omsloten wordt door Maleisië. Tijdens een trip naar Maleisisch Borneo besloot ik Brunei Darussalam, zoals het oliestaatje voluit heet, met een bezoek te vereren. Een aanrader? Lees en oordeel zelf.
Brother Louie
Vanuit Kota Kinabalu, KK voor vrienden, stappen we op de draagvleugelboot naar een nieuwe bestemming. We laten Maleisië achter ons om over zee naar Brunei te varen. Ik rommel in mijn daypack op zoek naar mijn vestje. Eenmaal iets met lange mouwen aan, is het iets behaaglijker aan boord. De soort vliegtuigstoelen zijn gevuld met mannen, afgezien van mijzelf zijn er amper dames aan boord. Om de voeten enigszins warm te houden, vouwen de mannen zich in de stoelen op en duiken weg in een sjaal. Tussen het geschal dat uit de enorme televisie schalt, hoor ik af en toe een snik. Een snik? Ja, een snik. De mannen aan boord blijken Filippino’s te zijn die huis en haard hebben verlaten om in Brunei aan de slag te gaan om hun familie thuis te kunnen onderhouden.
Volwassen mannen, die proberen een traan te onderdrukken. Wanneer ik een van hen een zakdoekje aanreik, verschijnt er zowaar een schamele glimlach op het gezicht. De Duitse hitsensatie Modern Talking uit de jaren tachtig dringt dieper en dieper in mijn gehoor. Het volume staat voluit en de CD met ‘The best of” staat, helaas, op repeat. Tegen de tijd dat we – de best wel ruige zee en derhalve dito tocht – achter ons kunnen laten, zit Brother Louie in mijn gehoor genesteld. Het liedje zal de komende dagen nog ongevraagd en op de gekste momenten op poppen.
Welkom in Labuan, (bijna) welkom in Brunei
Een bumpy ride veder, doemt Labuan op. Einde van de tocht. Iedereen van boord. “We meren hier even aan, leuk voor het stempeltje,” zegt een man in een rode korte broek en Tommy Hilfiger polo. Terwijl de man zijn relaas doet over het jacht waarmee hij en zijn met parels behangen vrouw door Azië varen, schuifelen we voetje voor voetje in de lange rij richting het douanekantoortje. De boot leg immers aan op Maleisisch grondgebied, net daarachter begint pas Brunei. De paspoorten van de Filipijnen worden van voor naar achter en van achter naar voor bekeken. Een man, vermoedelijk een ronselaar, loopt met een bezweet gezicht van de ene beambte naar de andere. De mannen in kwestie staan er gelaten bij.
Amper heb ik mijn paspoort overhandigd of ik heb het al weer terug. “Welkom in Brunei,” klinkt het kortaf.
Kampong leven
“Waar is nou al dat goud, dat hier overal blinkt,” fluister ik naar mijn reismaatje, alsof iemand in de lokale bus ons zou kunnen verstaan. Schouderophalen wordt mijn vraag met een geen idee beantwoordt. “De vergulde koepels, de weelderige paleizen die de Sultan liet bouwen?” In plaats van overdadige rijkdom zien we het kampong (plattelands) leven aan ons voorbij trekken. Ook prima, maar Brunei lijkt hierdoor precies op Maleisië, niet geheel wat ik had verwacht. Misschien is mijn beeld van het staatje een beetje vertekend door de verhalen van een oud-klasgenoot wiens vader bij de Shell werkte. Zij groeide op in Brunei, maar nu ik er aan terugdenk, was dat waarschijnlijk in een rijke expat compound.
Bandar Seri Begawan
Over perfect egale wegen rijdt de bus Bandar Seri Begawan binnen, de hoofdstad van Brunei. Mocht je een soort mini-Dubai verwachten, dan heb je het mis. Zoals ik al tijdens bij aankomst en tijdens de rit bemerkte, hier geen nouveau-riche die met geld loopt te wapperen, maar bescheiden locals die je op een lach trakteren wanneer je kans ziet oogcontact te maken.
Bandar Seri Begawan doet aan als een dorp. Een dorp maar dan wel een dorp met een enorm paleis en dito moskee. In tegenstelling tot de boot is het in de bus gruwelijk heet (in juli) en een verkoelende plons in het zwembad is eigenlijk het enige waar ik aan kan denken wanneer ik de rijdende oven verlaat. Die bezienswaardigheden liggen er morgen ook nog wel. Eerst naar het hotel.
Sightseeing in the sun
Voor de meeste bezoekers aan Brunei vormt Bandar Seri Begawan (BSB) de enige stop binnen het sultanaat. Wij vormen daarop geen uitzondering. Is er dan iets te bezichtigen? Eerlijkheid gebied me te zeggen, niet zo gek veel.
Kampung Ayer
Een doolhof aan houten planken en eenvoudige kotjes vormen het hart van Kampung Ayer. Neem een watertaxi en ga op ontdekking in het labyrint van winkeltjes, huizen op palen en drijvende benzinepompen.
Omar Ali Saifuddien Moskee
Een hele mond vol en ook een hele lap grond vol. Een groot deel van het compacte centrum van BSB wordt in beslag genomen door dit enorme gebedshuis.
Terwijl mijn slippers aan de rijk gedecoreerde tegels smelten, schittert de witte moskee in het felle zonlicht. Jammer voor ons, ons bezoek valt op een vrijdag. De dag van het gebed en de dag dat bezoekers geen toegang hebben tot het gebouw.
Terwijl we in de zinderende hitte een rondje om het pand heen lopen, vangen we wel een blik op van een replica van de royal barge.
Royal Regalia Museum
Als je dan toch benieuwd bent naar de bling bling van Brunei, glip dan eens binnen bij het Royal Regalia Museum. Hier tref je de wat spulletjes van een van de rijkste monarchen ter wereld. Uren zou je hier door kunnen brengen, maar alle glitter verveelt snel moet ik je bekennen.
Istana Nurul Iman
Ook al is het tijdens ons bezoek geen Hari Raya (Suikerfeest), toch proberen we een glimp op te vangen van het paleis van de Sultan. De beste man opent enkel tijdens het einde van de ramadan de poorten voor geïnteresseerden. Ik ben benieuwd of je dan ook gebruik mag maken van een van de 200 toiletten. Alle 1788 kamers bezoeken, lijkt me een onbegonnen klus. Voor ons blijven de hekken gesloten. We zien tussen het groen een stukje van de gouden koepel, daar moeten we het mee doen.
Empire Hotel
Weinigen kunnen zich hier een overnachting veroorloven, maar even kijkje nemen in het leven van de rich & famous is ook leuk. Spring in de taxi, bestel een veel te duur drankje en waan jezelf even een superstar. Meer info: www.theempirehotel.com
Op naar Miri
Na twee nachten hebben we de highlights van Brunei wel gezien. We stappen op de bus en verlaten het Sultanaat. Onze volgende bestemming; Miri in Maleisië.
Brunei praktisch:
- Wij bereikten Brunei per boot van Kota Kinabalu (Sabah). Reserveer minimaal een dag van te voren een ticket bij het loket op de pier, gemakkelijker wordt het niet.
- Het is verboden alcohol te drinken in Brunei. Buitenlanders mogen beperkt alcoholische versnaperingen (voor eigen gebruik) meebrengen. In een aantal (internationale) hotels is wel (naar verluidt) alcohol verkrijgbaar.
- Brunei is geen goedkope bestemming, hou daar rekening mee als je op een backpack budget reist
- Waar je ook rekening mee dient te houden is het feit dat er weinig restaurants zijn. De meesten – locals, expats en toeristen – eten daarom in de restaurants van de aanwezige hotels. Zoek je local food, ga dan naar Kampung Ayer
- Wil je wat meer zien van Brunei dan enkel de hoofdstad, boek dan zeker een tour naar Ulu Temburong National Park
- Wij verlieten Brunei per bus. De dichtstbijzijnde grote stad in Maleisië (Sarawak) is Miri
- Uiteraard is Brunei ook per vlucht bereikbaar
Brunei, de moeite van een bezoek waard?
Terug naar de hamvraag, is Brunei de moeite van een bezoek waard? Als je het mij vraagt; ja. Ondanks het feit dat Brunei niet overloopt van de bezienswaardigheden, ben ik blij dat mijn nieuwsgierigheid naar deze onbekende stip gestild is. Bovendien wanneer je van Sarawak naar Sabah reist (of vice versa) is het een kleine moeite dit boeiend stukje Azië aan te doen.
➡ Brunei maakte deel uit van mijn reis dwars door Maleisisch Borneo. Je leest hier het complete reisschema na
Eén reactie
Ik ben er geweest enkele jaren terug vanuit Singapore. 3 of 4 nachten in Brunei. Het was ZEKER de moeite waard. Heb 2x een dag tour gedaan door het land (ja 2 dagen; er is écht wel veel te zien) en 1x een tour in de jungle. Zeker de moeite! Wel een droog land; nada alcohol, lekker vroeg het bed in. Het was een goede detox vanuit Singapore.